Dit is de meest voorkomende vorm van ongecontroleerd urine verlies. Hierbij treedt er urineverlies op ten gevolge van plotselinge drukverhoging in de buik, zoals bijvoorbeeld bij opstaan, bukken, tillen, hoesten, niezen, lachen of sporten. De verhoogde buikdruk (waarbij ook verhoogde druk op de blaas) kan onvoldoende door de sluitspier van de blaas worden opgevangen en ongewild urineverlies is het gevolg.
Bij vrouwen is deze vorm verantwoordelijk voor dertig tot vijftig procent van alle incontinentieproblemen. Ook jonge vrouwen kunnen er behoorlijk last van hebben.
Er zijn verschillende oorzaken van dit probleem:
- Leeftijdsgebonden: bij het ouder worden verzwakken de bekkenbodemspieren
- Bevallingen
- Operaties in de onderbuik (baarmoeder)
- Menopauze
- Obstipatie
- Chronisch hoesten
De diagnose wordt gesteld door te luisteren naar het verhaal van de patiënte en een lichamelijk onderzoek.
Indien nodig gebeurt er nog een aanvullend urodynamisch onderzoek (blaasfunctieonderzoek)
Deze aandoening kan op verschillende manieren worden behandeld:
Bekkenbodemspieroefeningen
Operatief: door het plaatsen van een suburetrale sling (TOT): hierbij wordt er onder algemene verdoving een kunststof U-vormig bandje geplaatst onder het plaskanaal. Dit bandje duwt het plaskanaal toe bij drukverhoging in de buik zodat er geen urineverlies meer is. Deze ingreep gebeurt in dagopname of in kortverblijf (1 nacht hospitalisatie)